Na 28 jaar was het tijd voor een herziening van de organisatiestructuur van de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF). ‘Van een traditionele koepelorganisatie bewegen we naar een netwerkorganisatie’, zegt de nieuwe voorzitter Iris van Bennekom. ‘We faciliteren ontwikkelingen rond de belangrijke diabetesthema’s en zorgen voor verbinding tussen partijen.’

Een federatie is op een gegeven moment toe aan een herijking, stelt Van Bennekom. ‘Je begint zo’n organisatie met een doel. Wanneer dat min of meer is gehaald, komt er een moment waarop je met elkaar nadenkt over: wat bindt ons en wat past daar voor ondersteunend bureau bij? Dat moment kwam in 2022. Afgelopen jaar hebben we gewerkt aan de statutenwijziging en aan de vereenvoudiging van de bestuurlijke context en de werkwijze. We hebben de koepelorganisatie als het ware gesaneerd en vanuit een basismodel werken we nu naar een moderne netwerkorganisatie van leden en andere betrokkenen, zoals maatschappelijke organisaties. Het is nog niet allemaal volledig uitgekristalliseerd, maar de start is gemaakt.’

‘Het is nog niet allemaal volledig uitgekristalliseerd, maar de start is gemaakt’

Veel bereikt
Sinds de oprichting van de NDF in 1995 is er veel bereikt door de NDF en haar leden rond preventie, reversie van diabetes, persoonsgerichte behandeling en de inzet van diabetestechnologie. Van Bennekom: ‘Dit zijn parels waarmee mensen met de diagnose diabetes een zo normaal mogelijk leven kunnen leiden. Diabetes zou geen beperking hoeven zijn als we massaal inzetten op deze parels. Precies daar zit ook de uitdaging: blijven we als samenleving investeren om diabetes terug te dringen, blijven we investeren in preventie en reversie? En voor mensen die al diabetes hebben: zijn we ook in staat om geneesmiddelen en technologie zo toe te laten dat mensen de regie hebben over hun aandoening en er niet tot nauwelijks meer last van hebben? En, wat is daarbij de rol van de NDF?’ 

Platforms rond grote thema’s
‘Het is tijd om naar de toekomst te kijken en hoe wij hierin als netwerkorganisatie verder kunnen ondersteunen’, vervolgt Van Bennekom. ‘Er zijn vier platforms gevormd rond (1) kwaliteit, leefstijl en preventie, (2) geneesmiddelen, (3) hulpmiddelen en (4) zorgstelsel. In die platforms hebben we een signalerende, bewakende rol van de actuele dossiers. Daarnaast kijken we samen met leden en andere relevante stakeholders hoe die dossiers in een strategische agenda kunnen komen die verder reikt dan de federatie.’  

‘Er zijn vier platforms gevormd: kwaliteit, leefstijl en preventie; geneesmiddelen; hulpmiddelen en zorgstelsel’ 

Hulpmiddelen, technieken en medicatie
Als voorbeeld noemt Van Bennekom de vergoeding van een nieuw hulpmiddel of nieuwe medicatie. In de platforms wordt daar de discussie over gevoerd en wordt de lobby opgezet. De platforms kunnen daar ook andere belanghebbenden bij betrekken, ook niet-leden. ‘Als wij vanuit het platform Hulpmiddelen zien dat hulpmiddelen en nieuwe technologieën in het buitenland beter toegankelijk zijn dan hier in Nederland, dan zetten wij ons in voor betere toegankelijkheid in Nederland. In het platform geneesmiddelen houden wij bij hoe het zit met de toegankelijkheid en beschikbaarheid van medicatie. Zijn er tekorten, dan kunnen we samen kijken hoe en door wie daar iets voor gedaan kan worden. Op deze grote belangrijke onderwerpen faciliteert en ondersteunt de NDF, neemt waar nodig het voortouw en monitort de voortgang.’

Beweging rond diabetes aanjagen 
‘Wat we willen is de beweging rond diabetes aanjagen. Dat is breder dan de federatie en gaat over het behouden en doorontwikkelen van wat tot nu toe allemaal al is bereikt’, aldus Van Bennekom. ‘Dit doen we met een klein bureau met 2,5 FTE. Daarnaast willen we de website in stand houden en hierin een verbinding maken met diabetes.nl omdat de toegang tot betrouwbare informatie zo belangrijk is.’  

Zorgpunten
Zorgen zijn er ook, zegt Van Bennekom. ‘Na het volgen van het Kamerdebat over leefstijlpreventie vragen we ons af hoe het nu verder moet: er is immers weinig aandacht voor gezonde leefstijl, een van de parels die we met elkaar hebben verworven. Dan vinden we dat er een aanjagende rol voor ons is weggelegd om op te roepen dat dit moet blijven bestaan. We moeten dan samen met de leden, en natuurlijk samen met het Partnerschap Overgewicht Nederland, gaan lobbyen.’

Transitie vak diabetesverpleegkundige en praktijkondersteuner
Een ander punt is de positie van diabetesverpleegkundigen en praktijkondersteuners. Van Bennekom constateert dat met de omslag naar preventie en reversie en nieuwe technologieën, de invulling van hun vak en positie verandert. ‘Persoonlijk ben ik van mening dat we daar nog veel te weinig aandacht voor hebben en nog veel te weinig met hen over in gesprek zijn wat dat voor hen betekent. Hoe ga je met die transitie om? Hoe ontwikkelt het vak van praktijkondersteuner en van diabetesverpleegkundige zich gezien alle maatschappelijke ontwikkelingen? Daar zouden we meer aandacht voor moeten hebben en ook daarin kunnen faciliteren. Dit is een agendapunt waar veel leden baat bij kunnen hebben. Laten wij helpen om dit te agenderen!’