De INHALE-3-studie naar inhaalleerbare insuline bij volwassenen met diabetes type 1, toont veelbelovende resultaten. Zo daalde het HbA1c meer dan met standaardzorg. Van de deelnemers wilde meer dan de helft na afronding van het onderzoek doorgaan met de inhaalleerbare insuline. Maar niet alle resultaten zijn positief.
Plaats hier je onderschrift
De INHALE-3-studie vergeleek gedurende zeventien weken de werkzaamheid van een behandeling met inhaalleerbare insuline plus insuline degludec en standaardzorg, waaronder geautomatiseerde insulinetoedieningssystemen (AID) of meerdere dagelijkse injecties. Primair eindpunt was de verandering in HbA1c. Secundaire eindpunten waren onder meer veranderingen in time-in-range en hypoglykemie, gemeten met continue glucosemonitoring en door de patiënt gerapporteerde resultaten over de tevredenheid over de insulinetoediening.
HbA1c-verlaging
Bij 21% van de deelnemers die inhaalleerbare insuline gebruikten, verlaagde het HbA1c 5%. Dit was met standaardzorg het geval bij 5% van de deelnemers. Van de deelnemers met een HbA1c-waarde ≥ 53 mmol/mol (7%) bij aanvang van het onderzoek bereikte 21% het streefdoel van een HbA1c < 53 mmol/mol (7%) met inhaalleerbare insuline. Met standaardzorg bereikte geen enkele deelnemer dit streefdoel. Van de deelnemers die overstapten van het gebruik van een AID naar het gebruik van inhaalleerbare insuline plus insuline degludec bereikte 19% een HbA1c-verbetering > 0,5%.
Er waren niet alleen positieve resultaten: 26% van de patiënten in de groep met inhaalleerbare insuline had een verslechtering van het HbA1c van meer dan 0,5% vergeleken met 3% met standaardzorg.
Verder onderzoek zal zich richten op de impact van inhaalleerbare insuline bij een bredere patiëntenpopulatie, waaronder kinderen en tijdens de zwangerschap.
Ga naar Diabetesgeneeskunde.nl voor meer recent wetenschappelijk onderzoek
