Past de terminologie uit de acute zorg wel bij een ziekte als diabetes?

Diversen

19 jun 2023 –

Als je kijkt naar de gezondheidszorg dan zie je dat veel woorden die we gebruiken uit het model van acute zorg komen. Dit model gaat ervan uit dat iemand bij je op het spreekuur komt met een goed gedefinieerd probleem, waar je als zorgverlener een goed gedefinieerde behandeling op zet, met genezing als doel. Denk bijvoorbeeld aan een gebroken been. Maar voldoet deze terminologie met woorden als ‘patiënt’ en ‘therapietrouw’ ook voor de chronische zorg? 

Dr. Giesje Nefs werkt al ruim dertien jaar als psycholoog in het diabetesveld: ‘Iemand is geen “patiënt” meer, maar een persoon die advies komt inwinnen en uiteindelijk zelf eindbeslissingen neemt’

‘Hoe meer ik met mensen praat over hoe het is om met diabetes te leven, hoe meer ik erachter kom dat het acute model niet goed past bij mensen met diabetes’, begint Giesje Nefs. ‘Woorden als “patiënt” en “therapietrouw” reduceren mensen tot een aandoening en gaan eraan voorbij dat het om mensen gaat met ambities en doelen. Dat kan afstand creëren tussen jou als zorgprofessional en mensen met diabetes. Mensen kunnen zich onbegrepen voelen, men begrijpt onvoldoende hoe ingewikkeld het is om met diabetes te leven. Zo kan taalgebruik het zelfkritische stemmetje voeden dat mensen met diabetes sowieso al heel sterk ontwikkelen.’

Structuren doorbreken
‘Zorgprofessionals weten vaak wel dat ze het ook op een andere manier kunnen zeggen, maar ‘het bekt zo makkelijk’ en het is lastig om de structuur waarin je bent opgeleid en jaren in hebt gewerkt, te doorbreken. Ook kan het systeem waarbinnen je werkt je “terugfluiten” als je bepaalde woorden niet gebruikt, bijvoorbeeld wanneer je in verslaglegging het woord “patiënt” wilt vervangen door “persoon met diabetes”. Ik vind het zelf ook nog steeds lastig: ook ik flap er nog wel eens dingen uit, bijvoorbeeld als ik met anderen spreek die vaak het woord “patiënt” gebruiken. Het gaat er niet om dat je woorden nooit meer mag gebruiken, maar dat je je bewust wordt van de impact van taal.’

‘Het gaat er niet om dat je woorden nooit meer mag gebruiken, maar dat je je bewust wordt van de impact van taal’

Gehoord voelen
‘Door af te gaan van woorden als “patiënt” en “therapietrouw”, erkennen we dat diabetes niet altijd op nummer één kan staan en dat andere dingen ook belangrijk zijn voor iemand. Dat vraagt van ons als zorgprofessionals dat we meer in een adviserende, ondersteunende rol gaan zitten. Ik denk dat dat gevoelsmatig al een enorm verschil kan maken voor mensen en daarmee ten goede komt aan de relatie. Door de juiste woorden te kiezen, kunnen wij mensen met diabetes nét dat steuntje in de rug geven en een hart onder de riem steken. Hierdoor voelen ze zich gehoord en erkend bij het nemen van moeilijke beslissingen en keuzes rondom diabetes. Dit kan mensen mogelijk ook helpen om eens te kiezen voor dat gezellige avondje in plaats van altijd maar rekening te houden met diabetes.’

Praktische tips
1. Verdiep je in taalgebruik en diabetes, bijvoorbeeld door language statements te lezen.
2. Ga het gesprek aan met mensen met diabetes: ‘Ik gebruik nu wel dit woord, maar welk woord vind jij prettig?’ Bij shared decision making hoort ook shared terminology: ‘Welke termen gaan we gebruiken?’
3. Ga het gesprek aan met collega’s, verken het onderwerp samen: ‘Hé, je gebruikt dat woord nou, hoe zie jij dat? Ik hoor wel eens van mensen met diabetes dat zij dat een lastig woord vinden, of dat dat pijn doet, of dat dat contraproductief is. Wat vind jij hiervan? Wat zouden we daar eventueel mee kunnen?’

Er komt een mens op het spreekuur
‘Ik gun het mensen met diabetes én zorgverleners om elkaar meer te vinden; dat het gesprek tussen hen gaat over de dingen die echt belangrijk zijn voor mensen met diabetes. Op het moment dat je de persoon die je spreekkamer binnenstapt ziet als mens en niet als patiënt, dan krijg je waarschijnlijk een ander gesprek. Het liefst zou ik helemaal van het woord “patiënt” af willen, ook binnen de context van de behandelrelatie. Dit past ook beter bij de trend van shared decision making waarbij de rollen van “patiënt” en “behandelaar” een andere invulling krijgen. Iemand is geen “patiënt” meer, maar een persoon die advies komt inwinnen en uiteindelijk zelf eindbeslissingen neemt. De behandelaar is niet meer de “alwetende macht” die het beleid bepaalt, maar iemand die meedenkt en adviseert.’

Belangrijkste aanbevelingen
‘Wees je meer bewust van de woorden die je gebruikt, en vraag je in gesprekken af: dient het vooral ons gemak, of dient het ook de persoon met diabetes? Wat voor jou neutraal kan zijn, hoeft dat voor een ander niet te zijn. Dus voeg dit stukje sensitiviteit met taal toe aan je toolpakket, en word een nóg betere zorgverlener!’

Vorig bericht

Wat doe je met de insulinepomp als een oudere patiënt niet meer voor zichzelf kan zorgen?

Volgend bericht

Persoonsgerichte zorg begint met luisteren